Voorjaar 2024 - 3*D => te raadplegen vanaf december 2024
|
Belangrijk
Volgens NELOS infomap editie 2017
Definitie: een 3* D moet in staat zijn “zelfstandig” te duiken. Hij moet tevens in staat zijn duiken te leiden die geen uitzonderlijke moeilijkheidsgraad hebben en de beperkingen hierbij kennen (vb. Geen duiken met volslagen beginnelingen). Hierbij moet hij alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen reageren.
Deze doelstellingen moeten minimum meegegeven worden tijdens de theorielessen. Je mag meer leerstof geven, meer informatie, … maar tijdens het examen mag je niet meer vragen dat dit. (minimum te kennen, maximum te examineren)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
INZIEN (inzien, begrijpen)
TOEPASSEN (toepassen, oefeningen kunnen maken, verbanden kunnen leggen)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
INZIEN (inzien, begrijpen)
TOEPASSEN (toepassen, oefeningen kunnen maken, verbanden kunnen leggen)
INFORMATIEF (op de hoogte zijn, tijdens de les aangehaald, geen examenvragen)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
INZIEN (inzien, begrijpen)
TOEPASSEN (toepassen, oefeningen kunnen maken, verbanden kunnen leggen)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
INZIEN (inzien, begrijpen)
WETEN (simpel herhalen, herinneren)
INZIEN (inzien, begrijpen)
TOEPASSEN (toepassen, oefeningen kunnen maken, verbanden kunnen leggen)
Volgens NELOS infomap editie 2017
In staat zijn een reanimatie uit te voeren ( mond-aan-mond beademing en hartmassage).
Definities
IZ Definitie van: huidige duikdiepte, maximum duikdiepte, bodemtijd, vermoedelijke duikduur, werkelijke duikduur, maximum duikduur.
TO Nultijd.
IZ Totale tijd om de oppervlakte te bereiken.
TO Decompressietrappen.
TO Trapdiepte.
TO Traptijd.
IZ Tussentijd.
TO Stijgsnelheid.
TO Niet-VliegTijd.
IZ Desaturatietijd.
Bijzondere bepalingen
TO Multilevelduik.
TO Gemengde decompressie.
IZ Duikincident.
IZ Duikcomputer in de foutmodus.
WE Jojoduiken.
WE ‘Deep stops’.
TO Verliesprocedure.
TO Trappen maken in zware zee of zware deining.
TO Duiken met krachtinspanning.
IZ Duiken bij koude.
IZ ‘Blow-up’ en onderbreking der trappen.
Bepaling enkelvoudige en successieve duik
IZ Definitie nultijdduik.
IZ Definitie decompressieduik.
TO Successief duiken met een duikcomputer.
TO Reglement diep duiken.
IZ ‘Deep stops’ en decompressiestops.
Primaire en back-updecompressiemiddelen
TO Veel voorkomende combinaties van primaire en back-updecompressiemiddelen.
Extra veiligheid
TO Veiligheidstrap.
TO De computer zwaarder instellen.
TO Uitduiken.
TO De 12-meterprocedure.
IZ De procedure 'deep stops'.
Oefeningen
IZ Oefeningen op nultijden.
IZ Oefeningen op de uitzonderingsregels.
IZ Oefeningen op bijzondere omstandigheden.
IZ Oefeningen op duikplanning.
Volgens: NELOS infomap 2017
2 maal masker ledigen
De kandidaat maakt een eendenduik, zakt tot op de bodem en neemt een stabiele houding aan. Pas dan laat hij zijn masker tweemaal vollopen en blaast hij het telkens leeg. Na het stijgteken en het beantwoorden ervan, wordt er onmiddellijk gezamenlijk gestegen.
25 m in apneu
De kandidaat maakt een rechte voorwaartse sprong in het diep, laat zich verticaal zakken tot op de bodem en legt onder water 25 m in apneu af. Op het einde stijgt hij zoals voorgeschreven.
45 sec. stilstaande apneu
Vertrek van tegen de muur (in het water) in het diep. Alle kandidaten gaan gelijktijdig naar beneden voor een stilstaande apneu. 45 seconden nadat de kandidaat de bodem bereikt heeft, geeft de instructeur het stijgteken. De kandidaat antwoordt en er wordt gezamenlijk gestegen.
Ster met 4 duikers
Vertrek met 4 van tegen de muur in het water. Eén kandidaat (aangewezen door de instructeur) vertrekt met een eendenduik naar de fles die in het diep op de bodem ligt. De eerste trap wordt naar boven gericht en dat blijft heel de oefening zo.
De 3 anderen leggen zich boven de fles in een kring aan de oppervlakte. Op het ogenblik dat de eerste luchtbel de oppervlakte bereikt, vertrekken ze samen met een eendenduik naar beneden. Ze leggen zich in formatie rond de fles. Houding: plat op de bodem, benen lichtjes gespreid en gestrekt, armen gekruist, de ellebogen steunen op de bodem. Mondstuk nemen: de tweede trap in één hand nemen, mondstuk in de mond steken en uitademen door
de ademautomaat. Er mag slechts eenmaal per keer ingeademd worden. Het bovenlichaam mag eventueel lichtjes vlotten bij inademing, maar de voeten moeten steeds de bodem blijven raken. Alleen de kandidaat die ademt, mag de fles vasthouden.
Het doorgeven van de fles naar de buurman gebeurt door de tweede trap op de eerste trap te plaatsen. De fles wordt verder gegeven in de richting van de wijzers van een uurwerk. Na het doorgeven van de fles neemt de kandidaat onmiddellijk de correcte houding weer aan (indien nodig een weinig uitademen). De proef duurt 5 min; de instructeur duidt het einde aan. De kraan wordt dichtgedraaid door de kandidaat die als eerste naar beneden ging of op aanwijzing van de instructeur. Mondstuk uit de mond nemen, kraan dichtdraaien en nagaan of de kraan ook werkelijk dicht is. De tweede trap op de bodem leggen. De kandidaat die de fles heeft dichtgedraaid, geeft het teken om te stijgen. De kandidaten stijgen samen. Aan de oppervlakte wordt het OK-teken gegeven.
60 m met 2 duikers op één fles
De kandidaten vertrekken samen met een eendenduik. Ze nemen de fles vast, ademen elk eenmaal, heffen de fles van de bodem en beginnen te zwemmen op + 50 cm van de bodem, ondertussen ademene ze om beurt van de fles. Het is belangrijk dat beide duikers actief deelnemen aan de voortbeweging van de fles (doorzwemmen tijdens het ademen). De fles moet parallel met de bodem en in het verlengde van de duikers gedragen worden. De kandidaten moeten ontspannen bewegen en de indruk geven dat ze op hun gemak zijn. Op het einde van de proef leggen ze de fles voor zich op de bodem in het diep en ademen elk nog eenmaal. Een van hen draait vervolgens de fles dicht en geeft het teken om te stijgen. Ze stijgen samen en maken het OK-teken aan de oppervlakte.
20 m in apneu
De kandidaat vertrekt van op de kant met een rechte achterwaartse val. Hij laat zich verticaal zakken tot op de bodem, neemt het mondstuk uit de mond en legt onder water 20 m in apneu af. Op het einde
stijgt hij zoals voorgeschreven. Aan de oppervlakte keert hij op de rug terug naar het diep; hij houdt één arm gestrekt voor zich uit om botsingen te vermijden. Het mondstuk houdt hij de hele tijd in de hand.
Gecombineerde proef
De kandidaat maakt een rolsprong en laat zich verticaal tot op de bodem zakken. Hij zwemt 15 m in apneu en gaat in een stabiele houding op de bodem zitten. Hij steekt de ademautomaat in de mond en neemt het masker volledig af. Hij zwemt 15 m onder water naar het diep met het masker in de hand en neemt terug een stabiele houding aan. Hij zet zijn masker op en blaast het leeg. Hij laat het vervolgens nog vijfmaal vollopen. In het totaal moet hij het masker zes keer leegblazen in 1 minuut. Hij mag onbeperkt ademen. Op één of twee knieën maakt hij de buik of tussenbeenriem los. Hij buigt met gekromde rug voorover, geeft eventueel met één hand de bodem van de fles een zetje, neemt vervolgens met beide handen, over de schouders heen, de fles vast, tilt ze over zijn hoofd en legt ze voorzichtig vóór zich op de bodem. Hij neemt het mondstuk uit de mond, draait de kraan dicht en controleert of ze wel degelijk dicht is (druk aflaten). Hij legt het mondstuk voorzichtig op de bodem en stijgt naar de oppervlakte. De fles mag ook zijdelings uitgedaan worden zoals een rugzak.
4 maal 20 m tussen 2 flessen
De flessen (kranen) liggen op precies 20 m van elkaar. De kandidaat vertrekt met een rechte voorwaartse sprong in het diep. Hij zwemt naar de fles die op 20 m afstand ligt. Hij gaat vlak voor de fles op de bodem liggen. Houding: plat op de bodem, benen lichtjes gespreid en gestrekt, de ellebogen steunen op de bodem; de kandidaat mag zich vasthouden aan de fles. Hij neemt het mondstuk met één hand, opent de kraan, steekt het mondstuk in de mond en ademt uit door de ademautomaat. Vanaf het ogenblik dat de kandidaat het mondstuk in de mond neemt, mag hij 20 sec. ademen. De kandidaat mag de kraan niet manipuleren met het mondstuk in de mond. De instructeur telt duidelijk zichtbaar voor de kandidaat: 5 sec. = één vinger, 10 sec. = tweede vinger erbij, 15 sec. = derde vinger erbij. Op dat ogenblik mag de kandidaat nog één keer inademen. Hij neemt daarna het mondstuk uit de mond, draait de kraan dicht en controleert of de kraan ook werkelijk dicht is (druk aflaten). Hij draait (links of rechts naar keuze) zonder evenwel de fles te rak en en zwemt naar de tegenoverliggende fles. Nadat hij voor de vierde keer 20 m gezwommen en opnieuw op de fles geademd heeft, moet hij op het teken van de instructeur opstijgen.